Ondersteuningsmodel

"Extra zorg in de klas: nieuwe regels schooljaar 2017-2018"

 

Leerlingen die meer nodig hebben dan basiszorg of verhoogde zorg, kunnen voortaan zorg krijgen in de klas via een nieuw ondersteuningsmodel. De huidige middelen van GON-, ION-, waarborg- en competentiebegeleiding komen daarin samen. Het ondersteuningsmodel start op 1 september 2017.

 

Flexibeler zorgaanbod

Tot nu kregen kinderen, naargelang hun situatie, een vast aantal uren GON-begeleiding per week. Voor sommigen was die begeleiding beperkt in de tijd. De nieuwe regels zijn flexibeler. Per leerling wordt bekeken welke ondersteuningszorg nodig is en hoe lang. Die ondersteuningszorg hangt vooral af van de behoeften van de leerling en de leraar: wat heeft dit kind nodig om te leren? En wat heeft de leraar nodig om dit kind te begeleiden? De school, het CLB en de ouders bepalen samen of een leerling en/of zijn leraar meer ondersteuning nodig hebben en welke. Het medisch attest verliest aan belang.

De begeleiding kan verschillende vormen aannemen: ondersteuning voor het team, ondersteuning voor de leraar, een aantal uren hulp voor het kind zelf, aanmaak van specifiek lesmateriaal enz. Kinderen die al extra zorg kregen, zullen die ook in het schooljaar 2017-2018 kunnen krijgen. Scholen beschikken over dezelfde GON-middelen als afgelopen schooljaar 2016-2017.
 

Ondersteuning voor leerlingen

  • Ondersteuning voor leerlingen met een verstandelijke, motorische, visuele of auditieve beperking Voor leerlingen met een (inschrijvings)verslag of gemotiveerd verslag voor type 2, 4, 6, 7 (auditief) ) blijven de scholen voor buitengewoon onderwijs die tot nu toe GON- of ION-begeleiding gaven in gewone scholen, ondersteuning bieden aan de gewone scholen. Gewone scholen bepalen in samenspraak met ouders en CLB waar een ondersteuningsvraag wordt gesteld. De ondersteuning wordt flexibel en op maat ingezet.
  • Ondersteuning voor leerlingen met een licht verstandelijke beperking of leerstoornis, een emotionele of gedragsstoornis, een spraak- of taalstoornis, of een autismespectrumstoornis Voor scholen met leerlingen met een (inschrijvings)verslag of gemotiveerd verslag voor type basisaanbod, 3, 7 (spraak- of taalstoornis) en 9 worden er ondersteuningsnetwerken gevormd.

  

Gevolgen voor buitengewoon onderwijs

De middelen zijn voorzien om de tewerkstelling van het huidige personeel maximaal te verzekeren. Leraren uit buitengewoon onderwijs zullen wel aangemoedigd worden om als ondersteuner aan de slag te gaan. Ze krijgen daarvoor ook opleiding. De middelen voor prioritaire nascholingen worden vanaf september 2018 voorbehouden voor de professionalisering van ondersteuners. [...]
 

Lees hier het volledige artikel uit Klasse, geschreven door Mieke Santermans.

 


Excelleerplan

"Al zou je nu wel naar de tropen willen: het is september en de school begint.  Dus droom van scholen die geen tijd verspillen aan wat een kind op eigen kracht wel vindt, met teams die kijken door een keur aan brillen: een korps van leraars dat zijn vak bemint en zich niet blindstaart op een paar verschillen, maar het verschil wil maken voor elk kind."

 

- Dagvers, Stijn De Paepe, De Morgen, 1 september 2017


"Een nieuw ondersteuningsmodel"

Voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking in het hoger onderwijs


ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS


Het ondersteuningsmodel vervangt de GON en ION werking.
De huidige werking van GON (begeleiding geïntegreerd onderwijs) en ION (begeleiding inclusief onderwijs) verdwijnt en wordt vervangen door het nieuwe ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in gewone scholen. Ondersteuners zullen worden ingezet om scholen voor gewoon onderwijs te ondersteunen in het begeleiden van kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften. [...]

 

Ondersteuning wordt meer flexibel en op maat.
In tegenstelling tot de vroegere GON en ION werking is het niet meer zo dat een individuele leerling recht heeft op een vast aantal uur begeleiding per week en dit soms beperkt in de tijd. Er zal in de plaats daarvan gekeken worden naar de ondersteuningsnoden die er zijn in de school voor gewoon onderwijs betreffende leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Er wordt daarbij ook meer gekeken naar de ondersteuningsnoden van leerkrachten en teams in gewone scholen, en niet enkel naar de ondersteuningsnoden van leerlingen. Op die manier willen we scholen structureel versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. [...]

 

Ondersteuning komt tot op de klasvloer.
De gewone school bepaalt in samenwerking met ouders en CLB wat ondersteuningsnoden zijn, en formuleert op basis daarvan haar ondersteuningsvragen. De geboden ondersteuning in een gewone school kan, naargelang de ondersteuningsvraag, leerkracht-, team- of leerlinggericht zijn maar moet steeds voelbaar zijn tot op de klasvloer.

 

Er is een garantie op ondersteuning in de gewone school.
Voor elke leerling met een gemotiveerd verslag of (inschrijvings)verslag voor wie ondersteuning nodig is, kan een school voor gewoon onderwijs een ondersteuningsvraag stellen. Elke ondersteuningsvraag die wordt gesteld moet worden opgenomen. Ondersteuningsvragen kunnen ook in de loop van het schooljaar worden gesteld.

 

Expertise vanuit buitengewoon onderwijs wordt ingezet.
De ondersteuning in gewone scholen wordt geboden door ondersteuners aangesteld in het buitengewoon onderwijs die de nodige expertise hebben voor de gestelde ondersteuningsvraag. Zij brengen waar nodig ook handicap-specifieke kennis binnen in de gewone scholen.

 

VERSCHIL IN ORGANISATIE VOOR TWEE GROEPEN VAN LEERLINGEN IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

Voor de organisatie van de ondersteuning wordt er een verschil gemaakt tussen twee groepen van leerlingen. Voor beide groepen leerlingen kan er ondersteuning geboden worden in de school voor gewoon onderwijs indien er een ondersteuningsnood wordt vastgesteld, hetzij voor de leerkracht, het team of de leerling. De ondersteuning wordt voor de twee groepen op een andere manier georganiseerd maar de inhoud van de ondersteuning is steeds op maat van de concrete ondersteuningsvragen.

 

Ondersteuning voor leerlingen met een verstandelijke, motorische, visuele of auditieve beperking: samenwerking tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs

 

Wat verandert er t.a.v. GON/ION?
Leerlingen krijgen niet meer standaard een vast aantal uur begeleiding per week gedurende een bepaalde periode. De overheid legt deze omkadering niet meer vast, zoals dat wel het geval was bij GON en ION. De school voor gewoon onderwijs, de ouders, het CLB en de school voor buitengewoon onderwijs zullen de ondersteuning op maat bepalen, o.b.v. de noden die er zijn. Het verschil tussen matige en ernstige handicap voor type 4, 6 en 7 dat op louter medische criteria was gebaseerd, valt weg. Hierdoor vervalt ook de automatische beperking in de tijd van de begeleiding van bepaalde doelgroepen. Ondersteuning zal meer flexibel en op maat gebeuren, volgens de ondersteuningsnoden die er zijn. Dit natuurlijk steeds binnen het totale beschikbare pakket aan begeleidingseenheden waar scholen voor buitengewoon onderwijs over beschikken. Het is de bedoeling dat de beschikbare middelen zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet.

 

Hoe kan ondersteuning worden aangevraagd?
Scholen voor gewoon onderwijs bepalen samen met ouders en CLB wat de ondersteuningsnoden zijn omtrent de begeleiding van een bepaalde leerling. Op basis daarvan worden ondersteuningsvragen geformuleerd. Deze kunnen zowel leerkracht-, team- als leerlinggericht zijn. De school voor gewoon onderwijs beslist samen met ouders en CLB aan welke school voor buitengewoon onderwijs ze de ondersteuningsvragen stelt. Dit kan de school zijn waar in het verleden al mee werd samengewerkt, of een andere school. Ondersteuningsvragen kunnen gesteld worden aan alle scholen voor buitengewoon onderwijs die in het schooljaar 2016-2017 GON/ION-begeleiding voor type 2, 4, 6 en 7 (auditieve beperking) deden. In een gewone school kunnen verschillende scholen voor buitengewoon onderwijs voor ondersteuning instaan. Maar het is de bedoeling te evolueren naar een meer efficiënte inzet van ondersteuning en minder versnippering. Dit betekent dat de reistijd van ondersteuners zoveel mogelijk wordt beperkt en dat vragen naar ondersteuning rond eenzelfde type zoveel mogelijk door dezelfde ondersteuners of dezelfde school voor buitengewoon onderwijs worden opgenomen. Scholen voor buitengewoon onderwijs zorgen er netoverschrijdend voor dat alle vragen van gewone scholen worden opgenomen.

 

Wie heeft welke rol?
De school voor gewoon onderwijs, de ondersteunende school voor buitengewoon onderwijs, ouders en CLB zorgen samen voor een goede inzet van ondersteuning, gebaseerd op de ondersteuningsnoden die er zijn en rechtstreeks voelbaar op de klasvloer. Scholen voor gewoon onderwijs werken op een gelijkwaardige basis samen met de scholen voor buitengewoon onderwijs waar ze ondersteuning van krijgen. [...]

 
Ondersteuning voor leerlingen met een licht verstandelijke beperking of leerstoornis, een emotionele of gedragsstoornis, een spraak- of taalstoornis, of een autismespectrumstoornis: vorming van ondersteuningsnetwerken


Ondersteuning voor scholen met leerlingen met een gemotiveerd verslag of (inschrijvings)verslag voor type basisaanbod of voormalige types 1 en 8 (licht verstandelijke beperking of leerstoornis), type 3 (emotionele of gedragsstoornis), type 7 (spraak- of taalstoornis), type 9 (autismespectrumstoornis) gebeurt door scholen voor buitengewoon onderwijs met expertise in deze types, binnen het ondersteuningsnetwerk waartoe de gewone school is aangesloten. Elke school voor gewoon onderwijs en elke school voor buitengewoon onderwijs kan maar bij één ondersteungingsnetwerk aangesloten zijn.

 

Vorming van ondersteuningsnetwerken
Voor de ondersteuning van gewone scholen in de begeleiding van kinderen met een gemotiveerd verslag of (inschrijvings)verslag voor type basisaanbod of voormalige types 1 en 8 (licht verstandelijke beperking of leerstoornis), type 3 (emotionele of gedragsstoornis), type 7 (spraak- of taalstoornis), type 9 (autismespectrumstoornis), worden er ondersteuningsnetwerken gevormd.
Scholen voor gewoon onderwijs en scholen voor buitengewoon onderwijs met expertise in de desbetreffende types vormen samen regionale ondersteuningsnetwerken. In elk ondersteuningsnetwerk moeten scholen voor gewoon onderwijs toegang hebben tot ondersteuning m.b.t. alle vermelde types. [...]

 

Wat verandert er t.a.v. GON/ION?
Het pakket aan middelen (lesuren/lestijden en uren) waarover een ondersteuningsnetwerk beschikt moet worden ingezet voor alle ondersteuningsvragen met betrekking tot leerlingen met een gemotiveerd verslag of (inschrijvings)verslag in de betreffende types van de gewone scholen in het ondersteuningsnetwerk.
Leerlingen krijgen niet meer standaard een vast aantal uur begeleiding per week gedurende een bepaalde periode. Ondersteuning zal meer flexibel en op maat gebeuren, volgens de ondersteuningsnoden die er zijn. Dit natuurlijk steeds binnen het totale beschikbare pakket aan begeleidingseenheden waarover de school of scholen voor buitengewoon onderwijs in het ondersteuningsnetwerk beschikken. De ondersteuning zal meer leerkrachtgericht zijn om leerkrachten te versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, maar kan waar nodig ook leerlinggericht zijn.

 

Hoe kan ondersteuning worden aangevraagd?
Scholen voor gewoon onderwijs bepalen samen met ouders en CLB wat de ondersteuningsnoden zijn omtrent de begeleiding van een bepaalde leerling. Op basis daarvan worden ondersteuningsvragen geformuleerd. Deze kunnen zowel leerkracht-, team- als leerlinggericht zijn. De scholen voor gewoon onderwijs leggen hun ondersteuningsvragen bij het ondersteuningsnetwerk waartoe ze zijn aangesloten. Binnen het ondersteuningsnetwerk wordt dan afgesproken waar welke ondersteuning, door wie, in welk volume, wordt ingezet.

 

Wie heeft welke rol?
De school voor gewoon onderwijs, ouders en CLB zorgen samen voor een formulering van ondersteuningsnoden. De scholen voor buitengewoon onderwijs binnen het ondersteuningsnetwerk zorgen voor gepaste ondersteuning op maat, o.b.v. de ondersteuningsnoden die er zijn. Scholen voor gewoon onderwijs werken op een gelijkwaardige basis samen met de scholen voor buitengewoon onderwijs waar ze ondersteuning van krijgen. Ze zorgen samen voor een goede inzet van ondersteuning, rechtstreeks voelbaar op de klasvloer. Competentiebegeleiders van de pedagogische begeleidingsdiensten worden ingezet om in de ondersteuningsnetwerken te werken aan expertiseontwikkeling [...]

 

 Lees het volledige artikel van het Kabinet odnerwijs (29 juni 2017) via onderstaande download.

 

Kabinet onderwijs - Ondersteuningsmodel 29062017
PDF – 322,6 KB 275 downloads

"Hulp voor M-decreet op valreep geregeld"

Maar nog niet meteen begeleiding voor elke leerling bij start schooljaar

 

Vlak voor de start van het schooljaar zijn de laatste cruciale maatregelen genomen om hulp voor kinderen met specifieke zorgnoden te voorzien. ‘Maar het zal nog enige weken duren voor elke leerling de nodige begeleiding kan krijgen’, klinkt het bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Het nieuwe schooljaar staat voor de deur, maar talloze ouders van kinderen met een specifieke zorgnood leefden de afgelopen tijd in onzekerheid. Enkele cruciale maatregelen om de hervormde hulp vanuit het M-decreet te voorzien, zijn op de valreep genomen. Zo werd pas gisteren op een stuurgroep van het departement Onderwijs, waar onder meer de sociale partners en de onderwijsverstrekkers aanwezig waren, duidelijk dat begeleiders vanuit het buitengewoon onderwijs buiten hun eigen regio leerlingen in het regulier onderwijs kunnen blijven ondersteunen. [...]

 

Lees het volledige artikel hier. De Morgen, 31 augustus 2017, Remy Amkreutz

Meer artikels m.b.t. de opstart van het odnersteuningsmodel:

 

"Vraag en antwoord"

Voor een uitgebreide 'vraag en antwoord' met betrekking tot het ondersteuningsmodel kan je terecht op deze website van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Ook via onderstaand document van Onderwijs Vlaanderen kan je meer diepgaande informatie krijgen over het ondersteuningsmodel en de ondersteuningsnetwerken.