Zorgcontinuüm

Zorgcontinuüm? Een kader dat helpt  om het zorgbeleid in de school op te bouwen!

 

Het zorgcontinuüm bestaat uit vier fasen en geeft handvatten aan scholen om zorg voor leerlingen kwaliteitsvol uit te bouwen. Het is bedoeld ter ondersteuning en inspiratie. De school is verantwoordelijk voor de invulling van Fase 0 en Fase 1. De Pedagogische Begeleidingsdienst (PBD) en het CLB kunnen hierbij ondersteuning bieden. Het CLB neemt bij het HGD- traject in Fase 2 de regie op in nauwe samenwerking met leerling, ouders en school.

 

"Fasen in het continuüm van zorg"

Het M-decreet versterkt onder meer het inschrijvingsrecht van alle leerlingen. De school mag leerlingen niet meer zomaar weigeren of naar een andere school doorverwijzen. Hierbij dient elke school te voorzien in een continuüm van zorg. Dit betekent dat scholen ondersteuning dienen te voorzien op maat van wat elk kind precies nodig heeft.

De eerste fase is de brede basiszorg voor alle leerlingen, waarin scholen preventief te werk gaan binnen een krachtige leeromgeving. Via het voorzien van gedifferentieerde leerwegen, materialen en methoden wordt getracht zo weinig mogelijk kinderen uit de boot te laten vallen.

Indien de brede basiszorg niet volstaat, kan de school een leerling verhoogde zorg bieden met de nodige redelijke aanpassingen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om differentiërende, remediërende, compenserende of dispenserende maatregelen.

Als ook dit niet voldoende blijkt, kan de school een uitbreiding van zorg inschakelen, waarbij ze in elk geval het CLB dient te betrekken. In deze fase wordt er gekeken hoe de school de leerling nog beter kan begeleiden, bijvoorbeeld via het inschakelen van externe begeleiding of therapie, of via ondersteuning door het ondersteuningsnetwerk. Voor dat laatste gelden er een aantal voorwaarden: het CLB moet een handelingsgericht diagnostisch traject doorlopen en op basis daarvan bepalen of aan alle voorwaarden voldaan is om een gemotiveerd verslag op te maken dat recht geeft op ondersteuning.  Nog steeds blijft in dit geval het doel om de leerling het gemeenschappelijk curriculum te laten volgen en een getuigschrift basisonderwijs en/of een diploma secundair onderwijs te behalen. Binnen dit gemeenschappelijk curriculum worden immers dezelfde eindtermen of ontwikkelingsdoelen nagestreefd als bij de andere leerlingen.

Indien echter blijkt dat de leerling ondanks de redelijke aanpassingen het gemeenschappelijk curriculum niet meer kan volgen en de ondersteuning in deze fasen onvoldoende blijkt, kan er eventueel overgeschakeld worden naar een individueel aangepast curriculum. Daarbij bepaalt de klassenraad de specifieke leerdoelstellingen die ze voor het kind zullen vooropstellen en de ondersteuning die daarbij nodig is. Om dit te kunnen doen, is er eveneens een verslag nodig vanuit het CLB. Dit verslag geeft ook recht op toegang tot het buitengewoon onderwijs. Het zijn de ouders, vanaf een bepaalde leeftijd in samenspraak met het kind, die kiezen of zij verder onderwijs willen volgen in het buitengewoon of het gewoon onderwijs. Scholen die kunnen aantonen dat zij de nodige redelijke aanpassingen niet kunnen waarmaken, kunnen de inschrijving van deze leerling in dit geval na verloop van tijd ontbinden en samen met het CLB de ouders ondersteunen om dan een andere geschikte school te vinden. Scholen kunnen uiteraard ook beslissen om de leerling verder te begeleiden en krijgen ook dan enige ondersteuning om de redelijke aanpassingen met het oog op het individueel aangepast curriculum op maat te voorzien.

 

Meirsschaut, M., Vanpeperstraete, L., Wilssens, M., (2017). Raising the achievement of all learners in inclusive education. Artevelde University College Ghent. 

"Krachtig onderwijs binnen een brede basiszorg"

Brede basiszorg volgens het M-decreet

 

* Greet Vanhove pedagogisch begeleider VVKBaO

[...] Het M-decreet legt het zorgcontinuüm als model aan de scholen op. Het belang van brede basiszorg binnen dat continuüm kan niet worden overschat. Immers, hoe breder die basis, hoe minder leerlingen nood hebben aan verhoogde zorg en uitbreiding van zorg. In dit artikel analyseren we de verschillende elementen van de definitie van brede basiszorg in het M-decreet. 


Definitie ‘brede basiszorg’ volgens M-decreet

Brede basiszorg is een fase in het zorgcontinuüm waarbij de school vanuit een visie op zorg de ontwikkeling van alle leerlingen stimuleert en problemen tracht te voorkomen door een krachtige leeromgeving te bieden, de leerlingen systematisch op te volgen en actief te werken aan het verminderen van risicofactoren en aan het versterken van beschermende factoren.


Een fase in het zorgcontinuüm

zorgcontinuüm wordt gedefinieerd als een opeenvolging van fasen in de organisatie van de onderwijsomgeving gaande van brede basiszorg, verhoogde zorg tot uitbreiding van zorg. Een continuüm is een vloeiende doorlopende lijn. Je kunt dus, waar nodig, naadloos overgaan naar een hoger zorgniveau. De brede basiszorg is de eerste fase (fase 0) binnen dat continuüm. Ze bundelt de goede didactiek die tot de basisvaardigheden van elke leerkracht behoort.

Vanuit een visie op zorg

Werken aan brede basiszorg maakt natuurlijk deel uit van de zorgwerking van een school en dus van de zorgvisie. Werken aan een zorgvisie is een opdracht voor het hele schoolteam. Een degelijk zorgbeleid kan pas doelgericht geconcretiseerd worden als er een duidelijk gedragen visie is. Werken aan een visie is niet eenvoudig. Scholen doen daarvoor vaak een beroep op de pedagogische begeleiders of volgen een nascholing rond zorg.


Aanbieden van een krachtige leeromgeving

De term krachtige leeromgeving dook een tiental jaar geleden op en structureert wat leerkrachten verstaan onder goede didactiek. Het decreet definieert een krachtige leeromgeving niet. Hoe het ingevuld en uitgebouwd wordt, blijft de verantwoordelijkheid van elke leerkracht. Als leerkracht zorg je voor kwaliteitsvol onderwijs door een krachtige leeromgeving te realiseren. Via een krachtige leeromgeving stimuleer je de ontwikkeling van je leerlingen. 

Krachtige leeromgevingen zijn leersituaties die sterk uitdagend zijn. Ze bevatten veel doe-activiteiten, probleemsituaties die zijn aangepast aan het niveau van de leerling of leerrijke inhouden. Bij zulke leeromgevingen voelen leerlingen zich maximaal betrokken. Krachtige leeromgevingen kenmerken zich door een positief, veilig en rijk leerklimaat; betekenisvol leren; rijke ondersteuning en interactie.

 

  • Een positief, veilig en rijk leerklimaat

Leerlingen zijn erg gevoelig voor de sfeer in de klas. Ze hebben nood aan een warme, veilige en geborgen omgeving en moeten zich goed voelen om optimaal te functioneren. Zich goed voelen betekent spontaan zijn, open staan, zichzelf zijn in de klasgroep en zich verbonden voelen met de klasgenoten en de leerkracht(en). [...] We creëren een leeromgeving waarin alle leerlingen zich welbevinden. Door open te staan voor de ideeën, meningen en de gevoelswereld van elke leerling, bevorder je de intrinsieke motivatie van de leerling. Wanneer een leerling intrinsiek gemotiveerd is om iets te doen, zal die een activiteit ondernemen uit plezier, interesse. Dat is zijn motivationele drijfveer. Je bevordert de intrinsieke motivatie ook door activiteiten, materialen aan te bieden die de leerlingen interessant, plezierig en persoonlijk waardevol vinden (zie ook: het betekenisvol leren). Leerlingen geloven daardoor meer in hun eigen kunnen en voelen zich competent. Dat leidt tot succeservaringen die uitnodigen tot verder exploreren, leren en ontwikkelen.

  • Betekenisvol leren

Je leert je leerlingen graag zinvolle dingen. Daarom zoek je aansluiting bij ervaringen en leefsituaties van de leerlingen en creëer je een leeromgeving waarin leerlingen nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Je koppelt die ervaringen aan de na te streven en te bereiken doelen van het leerplan. Daarbij zijn ook leerstrategieën en affectieve componenten binnen het leerproces belangrijk. Korte instructie zet de leerlingen aan het denken. Je varieert binnen een flexibele klasorganisatie, soms klassikaal, dan weer in kleinere groepjes, steeds zoekend naar doelgerichte motiverende werkvormen. Wanneer langere instructie nodig is, zorg je ervoor dat je de leerlingen (inter)actief betrekt.

  • Rijke ondersteuning en interactie

Je legt voortdurend bruggen tussen wat de leerlingen wel kunnen en weten enerzijds, en wat ze aan nieuwe competenties verwerven anderzijds. Je richt je op de zone van de naaste ontwikkeling. Je biedt een rijke ondersteuning aan door gepaste werk- en groeperingsvormen te kiezen, verbanden te leggen en leerlingen te laten samenwerken. De klemtoon ligt in die werkvormen altijd op productief leren en niet op reproductief leren. Je coacht en richt het leerproces van de leerling. Een gevarieerde aanpak vermijdt eenzijdigheid. Leerlingen kunnen niet alles zelf ontdekken en je kunt hen ook niet alles uitleggen.

Leren gebeurt meestal in interactie met anderen. Door eigen ervaringen, redeneringen en gevoelens te verwoorden en te confronteren met die van anderen, leren leerlingen met en van elkaar. Interactieve en coöperatieve werkvormen bevorderen zo ook de verbondenheid en het respect voor elkaar. Rijke ondersteuning en interactie prikkelt de nieuwsgierigheid van de leerlingen en daagt ze uit. Dat is een belangrijk aspect van een krachtige leeromgeving. Enkele voorbeelden van rijke ondersteuning:

  • Probleem signaleren: Je gaat met de leerling na wat fout is in een bewerking, welke link in de redenering ontbreekt, welke informatie in een verslag ontbreekt.
  • Concretiseren en contextualiseren: Je toont een concreet voorbeeld of materiaal of zoekt er samen met de leerling naar, waardoor de leerling het nieuwe kan plaatsen in of linken aan het gekende.

 

Wat betekent het om leerlingen systematisch op te volgen?

Een ander element uit de definiëring van brede basiszorg in het decreet is “het systematisch opvolgen van de leerlingen”. Elke school volgt haar leerlingen op door observaties en toetsen. Dat resulteert meestal in een rapport. De klemtoon ligt daarbij vaak op summatieve evaluatie. Je beoordeelt of de leerling de leerdoelen bereikt heeft. Formatieve evaluatie, waarbij je het leerproces van de leerling in kaart brengt, is minstens even belangrijk. Als je het M-decreet in zijn geheel bekijkt, wordt duidelijk dat je bij het opvolgen van alle leerlingen ook rekening houdt met hun verschillen in onderwijsbehoeften. Dat betekent dat je ‘breed’ naar je leerlingen kijkt. Je verlegt het accent van het observeren van tekorten, naar het opmerken van talenten (geloof in groei).

Vanuit het M-decreet betekent systematisch opvolgen ook het noteren van de maatregelen die je voor een leerling treft, om zijn leerproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Misschien verbaast het sommige leerkrachten dat dit deel uitmaakt van de fase van de brede basiszorg en plaats je dit eerder bij de fasen van verhoogde zorg en uitbreiding van zorg. Dat is uiteraard niet fout. In het decreet worden remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen aan de definitie van verhoogde zorg gelinkt. Die maatregelen worden veelal sticordi genoemd. Alleen het eerste deel van dat acroniem, stimuleren, staat bij brede basiszorg. Wie zijn leerlingen goed kent, gebruikt verschillende vormen van stimuleren. Sommige leerlingen hebben nu eenmaal een ander ‘zetje’ nodig om een stap vooruit te zetten in hun ontwikkelingsproces. Dat vraagt een brede kijk en de nodige creativiteit. De leerkracht denkt er bewust over na hoe ze elke leerling blijvend kan motiveren en stimuleren om zich verder te ontwikkelen. Ze bevestigt expliciet de positieve kenmerken van elke leerling.

Een krachtige leeromgeving impliceert differentiatie. Zelden geeft een leerkracht ‘ongedifferentieerd’ les. We spelen haast automatisch in op de verschillen tussen leerlingen door meer of minder oefeningen aan te bieden, door meer of ander ondersteunend materiaal aan te bieden, door verplichte taken en keuzetaken, door zelfstandig of begeleid te werken. Door als school in te zetten op visie en organisatie van differentiatie versterk je leerkrachten om met de diversiteit binnen hun leerlingengroep om te gaan

Systematisch opvolgen betekent dat je noteert welke maatregelen het leerproces succesvol ondersteunen. Zo tracht je tegemoet te komen aan onderwijsbehoeften van leerlingen. 

 

Verminderen van risicofactoren en versterken van beschermende factoren

Een school die werk maakt van een goed uitgebouwd zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid, focust op leerlingenkenmerken én op contextkenmerken. Focussen op contextkenmerken betekent dat je rekening houdt met de socio-economische context van je leerlingen in je klas- en schoolorganisatie. Je creëert gelijke onderwijskansen.

Focussen op leerlingenkenmerken betekent dat je kijkt naar wat de leerling in zich draagt aan sterktes en beperkingen. Je creëert van bij de start een aanbod waar zoveel mogelijk leerlingen voordeel uit halen, door specifiek aandacht te hebben voor leerbedreigde leerlingen. Op die manier creëer je doelgroepgericht krachtige leeromgevingen, kies je bewust leermiddelen en ga je bewust handboeken selecteren. Je streeft ernaar om problemen te voorkomen door vanuit de positieve kenmerken van een leerling te werken aan wat minder goed gaat.

Door regelmatig met de ouders en de leerlingen een individueel gesprek te voeren, krijg je een genuanceerd beeld van de leerlingen en hun context. Op basis van het profiel van de leerling kun je de risicofactoren verminderen of beschermende factoren versterken. Het decreet laat ons vrij om die begrippen in te vullen. Hierna volgen enkele voorbeelden:

•  Je schenkt bijzondere aandacht aan leerlingen die met rouw en verlies geconfronteerd worden door een overlijden of een gewijzigde gezinssituatie. (verminderen van risicofactoren)

•  De school werkt aan een attractieve speelplaats met spelfaciliteiten en speelgoedkoffers. (versterken van beschermende factoren)

•  Het dagverloop wordt gevisualiseerd voor alle leerlingen en de leerkracht kondigt wijzigingen duidelijk en tijdig aan. (versterken van beschermende factoren)

 

Tot slot

Brede basiszorg betekent dat je als leerkracht de diversiteit in je klas als meerwaarde ziet binnen een krachtig leerproces. Jouw persoonlijkheid en vaardigheden vormen de kern. De impact die je op je leerlingen hebt, is niet te onderschatten. Als je aandacht hebt voor context- en leerlingenkenmerken, activeer je krachtige leerprocessen voor elke leerling.

 

Het volledige artikel vind je via onderstaande download.

Krachtig onderwijs binnen een brede basiszorg. Brede basiszorg volgens het M-decreet - School en Visie - 2014